De driedaagse Global Tipping Point Conference vond plaats op 12-14 september aan de University of Exeter. De conferentie behandelde zowel de tipping points die ons bedreigen als de tipping points die de crises nog kunnen keren. Femke Sleegers van de Social Tipping Point Coalitie was uitgenodigd om te spreken in het planaire panel met Kate Raworth over het operationaliseren van social tipping points. Een verslag.
Business as usual wordt een nachtmerrie
“Door klimaat tipping points te veroorzaken, bedreigen we de gezondheid van de planeet. Positieve social tipping points zijn onze beste laatste hoop.” Zo opende organisator professor Tim Lenton (University of Exeter) de eerste internationale conferentie over de verschillende soorten tipping points in de klimaatcrisis. De fysische en socio-ecologische tipping points die klimaatontwrichting in een stroomversnelling kunnen brengen en onomkeerbaar maken en de positieve social tipping points die de opwarming juist nog op tijd kunnen afremmen. Mede-organisator professor Johan Röckstrom (Stockholm Resilience Center): “Alleen positieve social tipping points zullen ons naar een veilige landing brengen. De radicale suggestie is om door te gaan met business as usual. Dat is een nachtmerrieachtige weg die doodloopt.”
Fysische tipping points
Op de eerste dag (video) spraken wetenschappers over de gevaren van fysische tipping points die in werking treden als de aarde verder opwarmt dan 1,5C. Vijf gevaarlijke fysische tipping points worden mogelijk al bij de huidige opwarming in gang gezet, blijkt uit recent onderzoek van dr. David Armstrong McKay (University of Exeter): er zijn tekenen van destabilisatie in delen van de West-Antarctische en Groenlandse ijskappen, in gebieden met permafrost, het Amazonewoud en misschien ook de Golfstroom. Deze processen – veroorzaakt door de opwarming – hebben allemaal weer een eigen opwarmend effect. Door zelfversterkende feedbackloops zal de opwarming exponentieel stijgen.
Dit maakt het extra belangrijk om de emissies in de komende acht jaar te beperken, aldus professor Stefan Rahmstorf (Universiteit van Potsdam). “Wat er anders gebeurt, is zo ernstig. We moeten dit bovenaan de politieke agenda zetten. Toch is er geen reden voor wanhoop, want een social tipping point kun je moeilijk zien aankomen, misschien is die al heel dichtbij.”
Eindspel klimaat
Luke Kemp (University of Cambridge) riep in zijn speech met de titel Endgame Climate wetenschappers op om onderzoek te doen naar de ergste klimaatscenario’s; het einde van de mensheid. “Extreme risico’s van klimaatverandering worden onvoldoende onderzocht”, tekende Reuters op. Kemp betoogde dat het tijd is om eerlijk in kaart te brengen wat de risico’s zijn en wat er nog tegen gedaan kan worden. “Klimaatverandering heeft een rol gespeeld bij elke massale uitsterving. Niet alleen door de directe gevolgen van hoge temperaturen, zoals extreme weersomstandigheden. Het zijn ook indirecte effecten zoals financiële crises, conflicten en nieuwe ziekte-uitbraken die bovenop klimaatverandering rampen kunnen veroorzaken.”
Socio-ecologische tipping points
Aangezien we al tegen de 1,3C opwarming zitten, hebben we geen tijd te verliezen. Des te gevaarlijker zijn de interacties van sociaal-ecologische tipping points die in tweede ochtend (video) van de conferentie centraal stonden. Dr. Steve Lade (Stockholm Resilience Center) benoemde een aantal zelfversterkende reacties (feedbackloops) op de opwarming die de klimaatproblemen nog heftiger kunnen maken. Bijvoorbeeld, als mensen door warmere zomers meer airconditioners kopen, wat leidt tot een stijging van emissies, meer warmte, meer airconditioners etc. Een ander voorbeeld is het gebrek aan koelwater voor kerncentrales in hete zomers, waardoor de fossiele energieproductie verhoogd wordt.
Onze maatschappij is niet veerkrachtig, signaleert Laura Wellesley (Chatham House) in een lezing over feedbackloops in de voedselcrisis als gevolg van de oorlog in de Oekraïne, die nog eens bovenop de voedselcrisis door klimaatontwrichting komt. “De overheid reageert op crises met maatregelen die het systeem en het milieu verder verzwakken, namelijk door de afhankelijkheid te vergroten van een paar producenten. Dat zie je zowel gebeuren bij voedsel als bij energie.”
Kansen en beperkingen van social tipping points
Hoe werken social tipping points en wat kun je doen om ze in gang te zetten? Daarover gingen de lezingen in het derde deel van de conferentie. “Een social tipping point kun je zien als een lawine”, zegt W. Brian Arthur (Sante Fe Institute). “Er moet een soort kracht zijn (bijvoorbeeld overhangende sneeuw) en een niet op voorhand te voorspellen element (bijvoorbeeld een geluid). En als er dan een kettingreactie in werking treedt, krijgt het snel vaart. Als dat gebeurt in de publieke opinie, ontstaat er nieuwe collectieve wil om het anders te doen. En als die wil er eenmaal is, volgen de politici.” Maar dan zijn we er niet, dan begint het pas. Brian Arthur beschrijft hoe een periode na een social tipping point gekenmerkt wordt door grote onzekerheid en experimenteren, tot er na een tijd een oplossing wordt gevonden.
Professor Frank Geels (University of Manchester) benadrukte dat een social tipping point complex is. Er gaat vaak een lange weg aan vooraf van meerdere ontwikkelingen, die elkaar dan opeens kunnen versnellen. “Het gaat zowel om het versnellen van het nieuwe, als het destabiliseren van het oude.” Dr. Manjana Milkoreit (Universiteit van Oslo) ziet precies in dat laatste een probleem. “Onze maatschappij heeft instituties die ons juist beschermen tegen snelle verandering, tegen een social tipping point,” tekende Carbon Brief op.
In gang zetten van social tipping points
Omdat het zelfs op een tipping point-conferentie niet vanzelfsprekend is dat de fossiele industrie als obstructieve kracht wordt genoemd, benadrukte Femke Sleegers (Social Tipping Point Coalitie) in het slotdeel (video) van de conferentie (over het operationaliseren van social tipping points) hoe deze sector nog steeds twijfel zaait over hun rol in klimaatverandering en de oplossingen die er nodig zijn. Sleegers benadrukte dt deze twijfel de deur wagenwijd open houdt voor de fossiele industrie; twijfel is een excuus om niets te hoeven doen aan de afhankelijkheidsrelatie die veel mensen, politici en instituten voelen tot de fossiele industrie.
Om twijfel over de rol van de fossiele industrie uit te roeien, stelde ze voor dat universiteiten, media, musea en steden de roep volgen van vele activisten en publiekelijk verklaren dat ze geen geld meer aannemen van de fossiele industrie. Als deze gerespecteerde instituties ‘nee’ zeggen, zal ook de overheid volgen. En dat is nodig om een social tipping point de benodigde versnelling te geven.